Rasinformatie

De ruwharige teckel ontwikkelde zich uit de zogenaamde patrijshond. Dat was een ruwharige hond met korte pootjes, die eerst werd gekruist met een schnautzer en later met de engelse kleine, zeer scherpe Dandie Dinmont terriër. Het is dan ook niet toevallig dat men tegenwoordig bij de ruwharige teckels hier en daar honden aantreft die het langere, maar vooral het opvallend zachte hoofdhaar van de Dandie Dinmont terriërs hebben. De vorm van het hoofd van de ruwharige teckel is anders dan die van de kortharige en langharige teckel. door kruising met de schnautzer en de terrier ziet dit hoofd er rechthoekig uit. Het haar van de ruwharige teckel mag niet te lang zijn, maar het moet wel dik en hard zijn. Bij een goede ruwharige hond hoort een duidelijke, onmiskenbare baard.

Land van herkomst

Duitsland

Aanleg
Gezinshond, maar ook jachthond voor zowel boven-als ondergronds wild(dassen, konijnen, reeën, everzwijnen en vossen).

Vacht
De ruwharige, vlak aanliggende vacht, die qua structuur zo hard mogelijk moet zijn, heeft een dichte ondervacht. Het haar op de kop en de oren behoort erg kort te zijn en er moet een duidelijk garnituur aanwezig zijn. De Ruwharige Teckel heeft bijna altijd een wildkleurige vacht; minder vaak voorkomend is black and tan. heel sporadisch komen er ook rode en chocoladekleurige vachten voor.

Verzorging
De Ruwharige Teckel moet, afhankelijk van de kwaliteit van zijn vacht, ongeveer tweemaal per jaar geplukt worden. Voor het haar bovenop de kop behoort kort te zijn. Knip het teveel aan beharing tussen de voetzolen weg.

Aard
Moedig, dominant, gevoel voor humor, eigenzinnig, slim, waaks, vindingrijk, levendig, vasthoudend en nieuwsgierig. U moet de Ruwharige Teckel al vroeg met allerlei situaties vertrouwd laten raken, zodat zijn karakter zich ten volle in positieve zin kan ontplooien.